Skip to main content

Volgens de jongste cijfers van het RIZIV zin we in ons land weg naar een half miljoen mensen of zowat 10% van de actieve beroepsbevolking, die langer dan een jaar thuis zitten. Tienduizenden werknemers hebben het steeds moeilijker om mee te draaien in de dagelijkse tredmolen. Er is sprake van een burn-out epidemie. HR-afdelingen proberen nochtans op allerlei manieren van geluk op het werk een prioriteit te maken. Maar volgens de Zweedse hoogleraar Carl Cederström werkt die extreme focus op geluk contraproductief.

De klimaatverandering, de migratiecrisis en de robotisering zorgen voor nooit geziene onzekerheid. Met zijn boek “De onbewoonbare aarde” stelt David Wallace-Wells openlijk de vraag of er binnen afzienbare tijd nog wel leven mogelijk zal zijn op onze planeet. Eerder waarschuwde Philip Blom in “Wat op het spel staat” ook al voor een naderende apocalyps. Net als de Franse “collapsologen” Pablo Servigne en Yves CochetIs het doemdenken? Of bewijzen de hittegolven, overstromingen, orkanen en bosbranden waarmee we de laatste tijd zijn geconfronteerd dat de ondergang al bezig is?   

Eén en ander zorgt voor in ieder geval enorme onzekerheid die in combinatie met andere factoren ook ons welbevinden en ons geluk lijkt aan te tasten. Op de lijst van de gelukkigste landen ter wereld van het World Happiness Report is België gezakt naar de achttiende plaats.

Naarmate de onzekerheid en het onbehaaglijk gevoel toenemen, zijn we in ieder geval steeds meer bezig met geluk. Wat maakt ons echt gelukkig en hoe kunnen we dat gevoel bereiken? Leo Bormans toert, nadat hij The World Book of Happiness schreef – een boek dat aan honderd gerenommeerde professoren de vraag stelde wat geluk voor hen precies betekent – , al enkele jaren de wereld rond met voordrachten over wat ons gelukkig en ongelukkig maakt. Hij verdient er alvast een mooie boterham mee. Dat geldt ook voor andere belovers van geluk, life coaches, aanbieders van trainingen, boeken en tijdschriften die van de daken schreeuwen dat ons geluk binnen handbereik ligt. We slepen ons van gelukscursus naar gelukscursus, van meditatieweekend naar stilteretraite en van yogasessie via mindfulnesscursus naar lachtherapie. Geluk is een miljardenbusiness geworden met zelfhulpgoeroes als Oprah Winfrey en de dalai lama, en dichter bij ons pakweg Stephanie Coorevits, Leen Dendievel en Eva Daeleman als tycoons.

In het bedrijfsleven staat de titel Chief Happiness Officer tegenwoordig op het visitekaartje van nogal wat HR-verantwoordelijken.  In hun takenpakket zit alles wat met werknemersgeluk te maken heeft. En in diverse steden en gemeenten is ofwel al een geluksambtenaar aangesteld ofwel iemand die ook zonder die titel een geluksbeleid op poten moet zetten. Maar of het allemaal veel zoden aan de dijk brengt is nog maar de vraag. Gallup-cijfers geven bijvoorbeeld nog altijd aan dat een groot gedeelte van de medewerkers van een organisatie zich er echt niet bij betrokken voelt en ook de hierboven geciteerde cijfers over de stijging van het aantal langdurig zieken lijken te bevestigen dat geluk in het algemeen en geluk op het werk in het bijzonder steeds verder te zoeken is. 

Volgens Carl Cederström, hoogleraar management in Stockholm, is dat trouwens niet zo verwonderlijk. In zijn boek Ons geluksideaal: een nieuwe blik op een versleten idee stelt hij dat we geobsedeerd zijn door geluk, en dat ons streven naar geluk juist veel ongeluk brengt. Het heeft te maken met de geluksopvatting die in onze cultuur domineert: volmaakt geluk is binnen handbereik, je kan het echter slechts op één manier bereiken, namelijk door jezelf maximaal te ontplooien en zo je authentieke, ware zelf te worden. Die geluksopvatting is nochtans niet van alle tijden. In een van de oudste traktaten over geluk, een brief van de Griekse filosoof Epicurus (341–270 v.Chr.) omschrijft deze geluk, als afwezigheid van pijn en afwezigheid van ‘onlust’. Gemoedsrust en onverstoorbaarheid, meer was volgens hem niet nodig om het geluk te ervaren.

Vandaag is die gemoedsrust, in een tijdperk dat bol staat van de permanente prikkels, in ieder geval ver te zoeken en dat zou kunnen helpen verklaren waarom zoveel mensen zich ongelukkig voelen. Door te sterk in te zetten op geluk, zonder dat dit duidelijk gedefinieerd is, neemt het onbehagen toe. Volgens Cederström begint één en ander al in de jongerencultuur want jongeren lijden onder een gedwongen narcisme, moeten zichzelf voortdurend en permanent blijven  ontplooien en zichzelf continu verkopen. En wie in de ratrace faalt, heeft het aan zichzelf te wijten. Een burn-outepidemie is het gevolg, net als een pijnstillerepidemie en een antidepressiva-epidemie.  

Laten we daarom stoppen met het verafgoden van het idee van zelfontplooiing en het onafhankelijke, sterke ik, zegt Cederström. In plaats van een geluksideaal dat gebaseerd is op de gedachte dat we ons ware zelf moeten vinden en authentiek moeten zijn, doen we er misschien beter aan op zoek te gaan naar een geluksideaal waarin we zelf wat minder belangrijk zijn en niet per se naar authenticiteit moeten streven. Minder belangrijk in de zin dat we gaan beseffen dat we fundamenteel afhankelijk zijn van elkaar.

Zo’n geluksideaal zou ons de weg kunnen wijzen naar nieuwe vormen van leven en werken, een wereld waarin marktwaarde niet langer zaligmakend is, waar empathie belangrijker is dan zelfzucht. Deze andere kijk zou ook een mooi streven kunnen zijn voor HR-afdelingen om op die manier hun medewerkers het geluk te laten bereiken dat ze nu door alles te veel te willen forceren tevergeefs najagen.

Hr Info

Author Hr Info

More posts by Hr Info